''Ze heeft allemaal dierbare briefjes in de koektrommel zitten. Ze gebruikt hem niet als koektrommel: “Ik vind het zo leuk en origineel dat past bij mijn briefjes. Ik vind het zonde en wil hem mooi houden. “ De koektrommel bevat veel briefjes: “herinneringen, lieve dingen, die moeten bewaard worden om herlezen te worden als je somber bent. “ De trommel zal ze altijd bij zich houden. “Als ik ga verhuizen of iets dergelijks gaat hij mee. Tot de dood mij scheidt. En is hij voor… dat weet ik nog niet.”

Onderzoek Open Koektrommels door Hester Noordhoek


Korte geschiedenis van koektrommels

De geschiedenis van de koektrommel begint rond 1800. In 1810 werd er voor het eerst voedsel bewaard in blik. Dit waren niet specifiek koekjes. De Engelsman Pete Durant was de uitvinder hiervan. In 1860 maakten de banketbakkers Huntley en Palmers zulke lekker koekjes dat ze deze mochten leveren aan de koninklijke familie van Engeland. Deze koekjes zaten in blik. Acht jaar later werd het blik een succes onder de rijken van Engeland. Alleen heel rijke mensen konden zich koekjes veroorloven, de armen aten geen koekjes. De koekjes werden geserveerd in speciale koekblikjes. In het begin waren blikjes nog niet geïllustreerd, ze hadden een papieren wikkel met tekst. Toen het koekblik een succes werd, werden er ook afbeeldingen op gemaakt. De eerste afbeeldingen waren van het koninklijk huis van Engeland.
In 1885 kwam het koekblik in Nederland in opgang. Opdrukken met Koningin Wilhelmina en haar familie waren erg populair. In 1915 kwam Verkade met het eerste ronde koekblik. Deze koekblikken waren speciaal gemaakt voor de toen populaire waaierwafels.
Sindsdien kwamen de koektrommels steeds meer in gebruikt. Ook de minder rijke mensen konden zich koektrommels veroorloven. En tegenwoordig is hij niet meer weg te denken uit ons dagelijkse leven. Er is zelfs een nieuw verschijnsel bijgekomen wat betreft de afbeeldingen die staan op de koektrommels. Sommige mensen kennen afbeeldingen alleen maar van de deksel van hun koektrommel en niet van het schilderij dat in een museum hangt. De Zonnebloem van Van Gogh is bijvoorbeeld heel vaak op koektrommels afgebeeld en populair geworden.

Mevrouw Sneep
Mevrouw Sneep heb ik niet benaderd voor een interview. Ze had heel duidelijk de enquête ingevuld waar ik veel aanhad. Ook heeft ze een mooie foto van de koektrommel gemaild.
Mevrouw Sneep heeft allemaal dierbare briefjes in de koektrommel zitten. Ze gebruikt hem niet als koektrommel: “Ik vind het zo leuk en origineel dat past bij mijn briefjes. Ik vind het zonde en wil hem mooi houden. “ De koektrommel bevat veel briefjes: “herinneringen, lieve dingen, die moeten bewaard worden om herlezen te worden als je somber bent. “ De trommel zal ze altijd bij zich houden. “Als ik ga verhuizen of iets dergelijks gaat hij mee. Tot de dood mij scheidt. En is hij voor… dat weet ik nog niet.”
Mevrouw heeft de trommel dus een hele persoonlijke inhoud gegeven.

Interview met Wanda Werner
Wanda werner is de eerste persoon die ik geïnterviewd heb. Ik was wat nerveus toen ik ging bellen, aan een vreemde vragen of ik haar mag interviewen over een koektrommel doe ik niet iedere dag. Gelukkig reageerde ze heel enthousiast. Wel waarschuwde ze me alvast dat er niet meer zo mooi uitziet, vies en beschadigd is, dus dat ik er niet te veel van moet verwachten. Ik was erg benieuwd wat ik te zien kreeg…
Een paar dagen later was het tijd voor het interview. De eerste vraag die ik stel is: Gebruikt u de koektrommel als koektrommel? Haar antwoord: “Wij gebruiken hem als snoeptrommel voor de kinderen. Er zitten snoepjes in.” Heeft de trommel nog een speciale betekenis? “Nee, eigenlijk niet. Hij is voor de kinderen speciaal omdat de kinderen weten dat daar de snoepjes inzitten. Ook de kinderen die hier komen spelen weten dit. En af en toe pik ik er ook een snoepje uit.” De koektrommel speelt dus een belangrijke rol in het leven van de kinderen, uit het gezin en uit de buurt. Maar het is natuurlijk niet zomaar een koektrommel, hij is van museum Oostwijk. Heeft dat nog een speciale betekenis? “Nou op zich niet. Maar misschien als ik hem weg ga doen dat ik denk van: hé dat is die trommel. Ook als ik hem bij andere zie staan denk van hé, die ken ik. De herinnering aan Museum Oostwijk zit er aan.”
Na nog wat vragen gesteld te hebben was het tijd om de trommel te gaan bekijken. Ik was erg benieuwd wat ik te zien zou krijgen. Zou die nog herkenbaar zijn? Of was de koektrommel al zoveel gebruikt dat er weinig meer van over was? De deur naar de kelderkast gaat open en tussen wat andere blikjes, koekjes en boeken stond daar de Oostwijkse Koektrommel. Met een mooie deuk erin en de bodem wat aangetast door al het snoep, ziet hij er nog best goed uit.

Koektrommel: 22
Interview Frans Assenberg
Ik gebruik hem niet, het is een kunstwerk, het is zonde om hem te gebruiken.
Hij staat normaal ergens anders. Achter de boeken. Een beetje weggestopt. Maar ik vind het een leuk ding. Wat vind u er leuk aan?
Het hele project vind ik leuk. Alles wat gedaan wordt is leuk, het is op gewone mensen gericht, het is sociaal, maatschappelijk. Zij kan ook de juffrouw van de sigarenwinkel zover krijgen dat het daar begint. Ik heb er in het begin aan mee gewerkt. Maar ik krijg het nu terug. Dit is al het derde jaar, het is bijzonder dat het nog steeds werkt. Ik heb haar in het begin meegenomen op een rondleiding door de Oostwijk. Ik ben er geborgen en getogen dus ik weet er veel aan
De koektrommel herinnert mij eraan, aan alles wat zich daar heeft afgespeeld. Het is bijzonder.
Heeft u verder iets inzitten? Nee ik heb er niets in zitten. Hij is het ook het enige van kunst in huis. Ik ben meer van de boeken. Ik heb allemaal boeken van Vlaardingen. Ook wel wat van Schiedam maar de rest is Vlaardingen. Plakboeken en krantenknipsels. Foldertjes.
Ik heb ook krantenknipsels van Museum Oostwijk. Ik werk niet meer dus ik heb wat meer tijd.
We bladeren wat plakalbums door en komen veel krantenknipsel tegen die met Vlaardingen en de Oostwijk te maken hebben. De koektrommel herinnert mij aan de Oostwijk. Alle verhalen zitten in de koektrommel. Er hangt veel om heen. Ik heb rondleidingen gegeven, ideeën aangedragen. Nee ik hoef er niet iets in te doen. Ik hoop dat ie over tien jaar nog mooi is, dingen moeten zo mooi mogelijk blijven. U woont niet hier in de wijk u heeft er toch een?
Ik wilde er dolgraag eentje hebben dus ik ben er achteraan gegaan. Hij is op zoek naar spulletjes van de Oostwijk, maar het is een tijd geleden dat er folders zijn uitgekomen.
De strip ook een project geweest. Was heel leuk, heb er ook een mooi boek van.
Vertel een leuk verhaal over de Oostwijk. Ik zat op lagere school in 1956 en toen vroor het heel hard. En we kwamen van school lopend. In de Oosterstraat zat Pol de kruidenier. Deze was vergeten de melk binnen te halen ‘s avonds. Door de vrieskou waren de flessen kapot gevroren. De fles en de inhoud lagen los in de kist. Van Pol mochten we de bevroren melk meenemen en dat smolten we in de pan. We gingen ook veel in het park spelen. Vooral in de winter sleetje rijden. We hadden niet zoveel geld dus we hadden geen mooie slee.
Ik moest altijd een half uur naar school toe lopen onderweg haalde we een vriendje op.

Koektrommel: 243
Interview met Meneer de Niet
Wat zit er allemaal in de koektrommel? De geschiedenis van mijn kruidenierswinkel zit erin. Allerlei spulletjes uit de tijd van mijn winkeltje zitten erin.
Ik heb van 1955 tot 1992 een zelfbediening gehad in de Eendrachtstraat. Ik ben begonnen in een winkeltje in Maassluis. Daar heb ik een aantal jaar gewerkt, maar naar verloop van tijd wilde ik een eigen winkeltje beginnen. Het winkeltje in Maassluis ging een vestiging in Vlaardingen openen en daar mocht ik beginnen. Het was heel leuk om zelfstandig te zijn en ik wilde graag uitbreiden. Maar de eigenaar in Maassluis had hier helemaal geen zin in. Ze vonden het wel best zo. Toen heb ik gezegd, of ik neem de winkel over of ik ga eruit. Toen kon ik met een betaalregeling de winkel overnemen. Twee jaar nadat ik in Vlaardingen begonnen was ben ik met mijn vrouw getrouwd. We woonden in een achterkamertje en sliepen op de zolder. Daar was een voor en achterkamertje. Tevens diende de zolder ook als magazijn. Onze eerst zoon werd geboren en deze sliep in het voorkamertje. Mijn vrouw werd opnieuw zwanger en kreeg een tweeling en dat paste niet meer op het zoldertje. De buurman ging verhuizen en we konden het huis overnemen. Toen hadden de jongens wat meer ruimte in huis. Met de winkel bleef het goed gaan. Mijn vrouw en ik werkte er hard in en mijn vrouw voedde intussen ook nog vier kinderen op. Na een aantal jaar stopte de overbuurman met zijn kinderwagenwinkel. Toen ben ik op een middag naar hem toegegaan en gevraagd of het misschien mogelijk was om de winkel over te nemen. Maar de melkboer aan de overkant had er ook wel oren naar. Maar de eigenaar gunde het mij met mijn jonge gezin en een dag later was de winkel van mij. Hier ben ik met de zelfbediening begonnen. Vooral de oudere mensen vonden het in het begin niets. Ze vonden het op stelen lijken om de producten uit de schappen te pakken. In die tijd waren er nog geen supermarkten. De eerste weken heb ik met de klanten meegelopen door de winkel heen met een mandje. Na een paar weken vonden de mensen het zelfs leuk worden om bij mij boodschappen te komen doen. Als snuffelend in het blik kom ik veel dingen tegen. Oude advertenties die in het Groot Vlaadingen altijd stonden. Met prijzen in guldens. Ongelofelijk wat de prijzen vroeger waren. Ik kom een huurboekje tegen van het huis waar de familie woonde, de huur prijs was 21 gulden per maand! Ook kom ik een foto tegen van een jongen op een brommertje met een grote mand erop. Nido deed ook aan bezorgen. Veel mensen uit de wijk gingen in de nieuwe huizen wonen achter de Hogendorplaan. Daar waren toen nog geen winkels. Ik ging daar dan heen met twee mandjes. In het ene mandje zaten de aanbieding en in de andere de producten. Ik nam de bestelling op en ‘s middags ging ik dan weer terug om de bestelling te brengen. Echt gekkenwerk als je nu bekijkt. Later liep dit niet meer. Er kwamen winkels in de buurt bij de mensen en de mensen kochten alleen nog maar uit beleefdheid, ze durfde niet te zeggen dat ze me niet meer nodig hadden. Ik wilde er ook van af maar dat zei ik ook niet letterlijk. Toen heb ik gezegd dat ik het veel te druk in de winkel had en geen tijd meer had om te bezorgen. De mensen vond het natuurlijk heel jammer maar ondertussen ook wel weer fijn. Het was eigenlijk een soort toneelspel.
Ik kom ook nog veel foto’s tegen van de winkel. Met zijn vrouw erop. Deze is helaas pas overleden. Ook zitten er spulletjes in van de Oostwijk: Ik vind het een leuk project, leuk om mijn verhaal te doen en dat het bekend gemaakt wordt. Maar ik snap het doel niet zo. Er zitten ook veel cadeautjes in. Meneer niet gaf vaak cadeautjes als de winkel zoveel jaar bestond. Er zit een mooie beker in, een adressen boekje, pennen, een blikopener, een nagelverzorgingssetje.
Meneer Niet had een goede band met de mensen in de wijk. Hij kende veel mensen persoonlijk. Nu komt hij nog steeds veel mensen tegen op straat. Heel veel mensen herkennen hem nog. Kinderen die vroeger met het boodschappenlijstje van hun moeder kwamen in de winkel zijn nu volwassen mensen geworden. Deze mensen groeten meneer nog steeds.
Ik kom ook een oud zakje tegen van de winkel, zo’n papieren zakje. Hier staat een telefoonnummer op van maar vier cijfers!
Bijna onderin de trommel kom een paginagrote advertentie uit de krant tegen. Deze komt uit 1992 toen meneer niet met de trommel gestopt is. Alle vaste klanten hebben samen een bedankadvertentie geplaatst in de krant. Deze hangt ook vol trots aan de muur.
En dan komt de bodem in zicht. De trommel zat vol spulletjes uit de tijd de meneer Niet de winkel had. Hij is erg trots op zijn winkeltje en op de verzameling. Hij wil graag dat de verzameling in de toekomst bestaan blijft. Zijn kinderen weten dan ook dat de belangrijkste spulletjes in trommel zitten. De kinderen zijn trots op wat hun vader vroeger heeft gedaan en zullen goed op de spulletjes letten.
Waarom heeft u deze spulletjes in de trommel zitten?
Eerst dacht ik wat moet ik met die trommel, ik heb hem niet nodig. Toen vond ik het wel mooi om deze spulletjes in te doen. Het hoort allemaal bij de wijk.

Koektrommel: 133
Interview met Kors Voorbach
Gebruikt u de koektrommel als koekjestrommel? Nee. Ik heb er mijn eigen museum van gemaakt.
Wat zit er allemaal in? Krantenartikel dat ik bij de burgermeester ben geweest. Gereedschap van de haringvaatjes. Folders van Museum Oostwijk. Speldjes en penningen van het bloed geven. Alle persoonlijke spulletjes. Berichten over gebouwen in de Oostwijk. Spulletjes van mijn ouders. Heel veel herinneringen aan vroeger. Ik heb een fotowedstrijd georganiseerd. De winnende foto zit er in. Wandelroute door Vlaardingen heen. Oude plaatjes van Vlaardingen. Ik heb het in de trommel gedaan omdat de trommel ook weer een speciale betekenis heeft. Paspoort van mijn ouders. Voedselbonnen uit de oorlog.
Waar zaten deze spulletjes eerst allemaal in? Op verschillende plekken, en mijn moeder leefde toen nog en die het veel spulletjes van mijn vader.
Heeft de trommel een speciale betekenis? Hij bevat allemaal persoonlijke herinneringen.
Laat u hem vaak aan andere zien? Niet vaak. Maar als mensen het willen weten dan vertel ik het wel. Ik heb het pas ook verteld voor tv Rijnmond.
De toekomst van de trommel?
Er zullen altijd dingen bij blijven komen. Blijven verzamelen. De laatste aanwinst is dat we bij de burgermeester langs zijn geweest. Voor het alarm project. Dit heeft met een foto in de krant gestaan. Ik ben als enige van het begin af aan betrokken geweest bij het project en daarom waren we uitgenodigd.

Koektrommel: 126
Interview met Truus
Waarom gebruikt u de koektrommel niet als koektrommel? Omdat hij te groot is. Ik heb meer dan 100 koektrommels, dus ik heb niet echt gebrek aan koektrommels. En ik ben alleen dus ik heb nooit zoveel koekjes. Met kerst koop ik misschien veel koekjes en dan gebruik ik hem misschien.
Wat voor functie heeft de trommel nu? Hij staat mooi tussen de andere trommels als uitgave van Museum Oostwijk en dat vind ik een mooi iets. En iedere maandag ga ik naar een mevrouw waar ik boodschappen voor doe en daar staat de trommel in het midden op de tafel en krijg ik een koekje uit de trommel.
Heeft de trommel een speciale plek? Ja hij staat boven. Tussen de verzameling.
Is dat altijd al zo geweest? Ja, vanaf de eerste week.
Heeft de trommel een speciale waarde voor u? Eigenlijk niet, maar hij is wel een speciaal onderdeel van mijn verzameling. Een unieke koekjestrommel.
Heeft u nog een leuk verhaal bij de trommel? Nee, niet echt.
De toekomst van de trommel? Geen idee, echt geen idee, hij blijft staan waar die staat.

Koektrommel: 76
Interview met mevrouw Landt
U gebruikt de koektrommel als koekjestrommel? Altijd al vanaf het begin, het is een leuke reclame, toch? Ik gebruik hem vanaf het begin al als koektrommel.
Krijgt u er dan ook veel reacties op? Ja, van mensen van buiten de stad, van buiten de wijk. Die weten er niets van af. En dan vertel ik het een en ander.
Hij staat altijd op de tafel, nu niet? Hij is net gevuld, maar zijn vaste plek is op de tafel.
Gebruikt u hem vaak? Alles, heel de dag door, als er iemand komt, of visite. Hij wordt volop gebruikt.
Heeft u nog een leuk verhaal bij de trommel? In het voorjaar, was er een prijsvraag. Wie de lekkerste koekjes kan bakken en daar heb ik aan meegedaan. In de bus heb ik ze toen ingeleverd. Ik was vrij laat, ze waren nog druk bezig aan het proeven. De bakker, de wethouder en nog iemand waren aan het proeven. En ik had gewonnen. Ik had ze in de trommel meegenomen.
Wat voor koekjes had u gebakken? Soort jan hagel.
Wat zit er in? Veel verschillende koekjes
Heeft de trommel nog een speciale betekenis? Dat gaat hij zeker krijgen. Ik ga verhuizen naar buiten de wijk. Het wordt een mooie herinnering aan deze wijk. Ik wilde altijd al graag hier wonen en negen jaar gelegen ben ik hier komen wonen. En toen kwam de kans. En de trommel zal hier een mooie herinnering van worden.
Het is een hele leuke wijk. Er wonen oude en jonge mensen. Ik word veel geholpen door andere mensen. Een heel plezierige buurt om te wonen.
De toekomst van koektrommel? Zijn er nog een paar? Die moeten bij mensen in de wijk terecht komen. De koektrommel geeft een gevoel van samenhorigheid. De hele wijk moet samenhorig zijn. Het staat voor de gezelligheid. De hele wijk zou er een moeten hebben. En ik hoop dat het die betekenis zal blijven houden.

Koektrommel: 1
Interview met Seyda Kaplan
Vertel maar wat er allemaal in de koektrommel zit. Doekjes uit Turkije. Die krijg je in een restaurant om je handen mee schoon te maken. Dit is een leeswijzer uit Egypte van mijn vriendin. Een briefje van mijn oude meester. Foto’s van mijn familie, van mijn oma in het ziekenhuis en de tweelingzusje van mijn moeder. Ik ga iedere twee jaar naar Turkije nu iets vaker omdat mijn oma en opa oud worden. Mijn andere opa en oma komen wel vaak naar Nederland. En een poëzie album van mijn oude klasgenoten. Dit is me erg dierbaar.
En als laatste een ketting die heeft mijn vader laten maken. Dit zijn mijn dierbaarste dingen die ik heb.
Je hebt de eerste koektrommel gehad? Ja ik heb de eerste gehad.
Waarom heb jij de eerste gehad? Met school gingen we naar de academie. De meester vroeg wie de eerste wou en mij leek dat wel leuk. Dus toen kreeg ik de eerste.
Heeft de trommel een vast plekje? Hij had een vast plekje in mijn oude kamer. Hij stond boven op mijn kast. Maar pas geleden is ie verbouwd en nu heeft hij geen vast plek meer.